IJstijd!
Impressie teksten:

Alpenmarmot (Marmota marmota)

Winterslaper

Om de koude te overleven gaat de Alpenmarmot in winterslaap. Ze brengen de tijd slapend door, in familiegroepen in ondergrondse gangenstelsels. Daarbij daalt hun lichaamstemperatuur tot 5 graden Celcius. De uitdrukking ‘slapen als een marmot’ komt bij deze dieren vandaan. Tussen oktober en april blijven ze inactief om energie te sparen.

Muskusos (Ovibos moschatus)

Koudekampioen

De muskusos is als de beste in staat om kou te overleven. Zelfs 50 graden Celsius onder nul krijgt hem niet van zijn stuk. Wanneer mammoeten en wolharige neushoorns de kou ontvluchtten, bleef de muskusos waar hij was.

Sneeuwuil (Nyctea scandiaca)

Harry Potter-uil

Tijdens het Laat-Pleistoceen koelde het klimaat na een tussentijdse opwarming weer aanzienlijk af. Tussen de toendrafauna van ons land bevond zich toen de sneeuwuil. Met zijn veren die tevens de poten en snavel bedekken, is de vogel goed bestand tegen de kou. De holle kern van de veren bevat lucht, dat de lichaamswarmte vasthoudt.

Grottenbeer (Ursus spelaeus)

Vegetarische holbewoner

Wie aan een beer denkt, denkt aan een roofdier. Maar de grottenbeer was een vreedzame planteneter. Op zijn menu stonden voornamelijk alpenkruiden, aangevuld met bessen, vruchten, noten en gras. Een ander vegetarisch lid uit de berenfamilie is de panda.

Poolvos (Alopex lagopus)

Donzige scharrelaar

De vacht van de poolvos bestaat voor 70 procent uit donshaar. Het houdt zijn lichaamswarmte uitstekend vast. Samen met zijn gedrongen lichaamsbouw, kleine oren en korte poten, is de poolvos goed opgewassen tegen de kou.

Wolharige mammoet (Mammuthus primigenius)

Icoon van de ijstijd

Met zijn kleine oren bleef de wolharige mammoet de kou de baas. Mammoetoren waren ruim vijf keer kleiner dan van de Afrikaanse olifant. Samen met zijn compacte lichaamsbouw, dikke vacht en onderhuidse vetlaag verloor de wolharige mammoet zo min mogelijk lichaamswarmte. Allemaal uitstekende aanpassingen om in de ijstijd te overleven.

Damhert (dama dama)

Warmte minnaar

Damherten zijn geen typische ijstijddieren. Ze hielden van de warmere perioden van het Laat-Pleistoceen. Tegen het eind van de laatste ijstijd vertrok de soort naar Klein-Azië. In ons land is het damhert nu geïntroduceerd op de Veluwe en in duingebieden. En je ziet hem vaak in hertenkampen.

Sabeltandtijger (Homotherium latidens)

Hinderlaag expert

De enorme hoektanden en lange voorpoten van de sabeltandtijger zijn opvallend. Het zijn allebei aanpassingen aan de jachttechniek die dit ijstijdendier vermoedelijk had: toeslaan vanuit een hinderlaag.

Zeearend (Haliaeetus albicilla)

Vliegende deur

Hoewel zijn naam doet vermoeden dat de zeearend langs de kust leeft, komt de vogel ook in het binnenland voor langs rivieren en meren. Als belangrijke eis heeft de zeearend het voorkomen van grote oude bomen. Daarin bouwt hij zijn nest.

Auteur: Manon Laterveer-de Beer
In opdracht van: Natuurmuseum Brabant


Lees hier alle teksten van de dieren uit de tentoonstelling 'IJstijd!' (2013)
Terug